In Best konden wandelaars maandag een rondje meelopen met blinden en slechtzienden. Ze kregen een verduisterde bril op om zelf te ervaren hoe je als slechtziende de stad doorkomt.

Het was zondag de Dag van de Witte Stok. De Oogvereniging organiseert in verschillende steden acties om aandacht te vragen voor meer begrip voor hoe mensen die slechtziend of blind zijn zich op straat bewegen. In Best nam een groep slechtzienden een aantal mensen mee de straat op met een verduisterde bril zodat ze zelf eens ervaren hoe het is. Een van de mensen die meedeed was Marc te Riele. “Ik merk dat ik écht moe wordt”, concludeerde hij tijdens de wandeling. “En we zijn pas een half uurtje aan het lopen.” 

Verkeer

Vooral het verkeer manoeuvreren is voor mensen met een visuele beperking lastig, vertelt Beppie Pluijm. Zij voelt zich steeds minder veilig in het verkeer. Officieel hebben mensen met een witte stok voorrang bij oversteken, maar dat is maar iets wat weinig mensen weten. “Ze zouden het moeten leren bij het CBR bijvoorbeeld. Er wordt te weinig aandacht aan besteed”, vindt ze. “Ik voel me écht onveilig in het verkeer.” Volgens haar is dat de laatste tijd alleen maar erger geworden.

Infrastructuur

De infrastructuur voor slechtzienden kan een stuk beter. “Als je blind bent, kun je niet zomaar weg”, denkt hij. “Ik weet nu niet waar ik ben. Je moet het dan echt plannen.” Hulpmiddelen zoals Google Maps zijn helaas niet altijd de uitkomst. “Dat is ook maar tot tien meter nauwkeurig. Hoe weet je dan waar een ingang is?” vraagt Te Riele zich af.

Volgens Pluijm is er bij kinderen en volwassen meer voorlichting nodig. “Som merk is dat mijn hond geaaid wordt, als ik dan vriendelijk vraag of ze dat niet willen doen zijn ze verbaasd omdat ze toch stil staat, maar ze is dan nog steeds aan het werk”, vertelt ze.  Zowel kinderen als volwassenen zouden meer moeten leren over blinden en slechtzienden. 

Te Riele heeft na de wandeling in ieder geval een stuk meer begrip voor de gemeenschap na zijn wandeling. “Er is nog een wereld te winnen”, concludeert hij.